30-12-2021 Een mooi moment om terug te kijken op het afgelopen jaar. Er is veel gebeurd. Maar wat is nou echt mijn onderwijsmoment?
Eigenlijk begint het ruim 2 jaar geleden. Ik had een groep waarmee ik het heel moeilijk had. Een kleine groep, maar de helft van de kinderen werden belemmerd met leer-/ gedragsmoeilijkheden. Ik had daarvoor te weinig tools. Uiteindelijk heb ik aan de bel getrokken. Dit ging mij en mijn duo niet lukken.
Wellicht had ik eerder aan die bel moeten trekken. De deuk die ik op had gelopen, was namelijk vrij groot. Gelukkig kreeg ik hulp. Ook had ik voorbeelden nodig. Maar ondanks dat kwam na meerdere gesprekken bij mij niet het gevoel van vertrouwen binnen dat ik nodig had om weer te kunnen bouwen. Zowel op pedagogisch gebied als op didactisch gebied. Dat ik ooit op pedagogisch gebied minder zou functioneren, kon ik niet geloven.
Afgelopen schooljaar kreeg ik een klas met een fantastische duo. We waren een gouden duo. Ik had plezier in mijn werk, zolang ik maar niet geobserveerd werd, of ook maar het gevoel zou hebben dat ik geobserveerd werd. Ook nu hadden we kinderen in de klas die een andere aanpak nodig hadden. En ik ging daarnaar op zoek. Het lukte me steeds beter om die kinderen te kunnen begrijpen. Om te zien wat ze nodig hadden, waar hun frustratie vandaan kwam.
Toch moest ik nog verder ontwikkelen. Ik wist dat ik het kon. Maar ik moest het ook laten zien. En dat was moeilijk, aangezien ik steeds maar weer de aandacht legde op wat niet goed zou gaan. Ik leek in een negatieve spiraal terecht te zijn gekomen, mijn focus op het negatieve. Zonder gevoel van vertrouwen. Uiteindelijk ging ik gesprekken aan met een aantal mensen. Gesprekken die mij sterker maakten. Gesprekken die ervoor zorgden dat ik mijn blik kon veranderen.
De start van dit schooljaar vond ik best spannend. Kon ik het wel? Vooral toen bleek dat ik weer een van de jongens in mijn klas kreeg die ik twee jaar geleden ook in de klas had. Een van de jongens waar ik het toen heel moeilijk mee had, omdat ik niet bekend was met de stoornis waarmee hij later is gediagnosticeerd.
Ik liet me niet uit het veld slaan. Ik zorgde voor een goed verloop tijdens ‘de gouden weken’. Net zoals iedere leerkracht zorgde ook ik ervoor dat ik een band kreeg met de kinderen uit mijn klas. En de kinderen met elkaar. Ik observeerde, leerde over de moeilijkheden die in de klas voorkwamen, hoe ik daarmee om kon gaan. Hoe om te gaan met de verschillen tussen jongens en meisjes, hoe daarmee om te gaan in deze echte jongensgroep. Ik verdiepte me in de verschillende onderwerpen onder andere door het volgen van diverse onlinecursussen. Samen met mijn duo zorgden we voor een duidelijke structuur in de klas. En op mijn dagen zorgde ik op mijn manier voor veiligheid in de klas. Gewoon door rustig te zijn, te luisteren naar de kinderen. En als dat niet tijdens school kon, dan bleef ik na school met deze leerling zitten. Maar ook door consequent te zijn. En in gesprek te gaan met de leerlingen als ik hier een keer vanaf wilde wijken. Want dat kan gewoon.
Ik voelde me al veel sterker dan voorheen. Daarom vond ik het zo fijn dat ik bezoek kreeg in mijn klas. Iemand die me kwam observeren. Ik liet haar vast plaatsnemen in mijn klas, terwijl ik de kinderen buiten ging halen. Buiten aangekomen trof ik echter maar een paar kinderen aan. De rest was nog niet op onze afgesproken plek. Er was iets aan de hand. Twee jongens hadden ruzie gekregen. Ze waren niet boos, ze waren woedend. Ik kon er net tussen springen toen de eerste pogingen tot klappen werden uitgedeeld. Een van de twee jongens heeft vaker hele boze buien, waarbij ik moeite heb hem te begrijpen. Maar hij blijft bij zichzelf. Of eigenlijk keert hij in zichzelf. Hem stuurde ik naar de klas, omdat ik wist dat het kon, liet hem weten dat ik bij hem terug zou komen. De andere jongen kreeg ik niet gekalmeerd, ondanks dat ik hem kalm benaderde. Ik gaf hem drie keuzes. Omdat hij zo boos was, bleef ik bij hem totdat hij zijn keuze had gemaakt en ik hem aan de gekozen collega over kon dragen.
Toen ik terugkwam bij mijn klas, zag ik dat de kinderen onze gast al een warm welkom hadden gegeven. Iedereen stond om haar heen, behalve een leerling. Hij zat achter in de klas, capuchon over zijn hoofd, geluidsdemper op zijn oren, stoel op zijn achterpoten tegen de kast geleund. Die ging ik voorlopig nog niet meekrijgen. Ik liet hem weten dat ik hem in de gaten had. Als ik hem kwam vertellen wat ik van hem verwachtte, zorgde ik ervoor dat ik zijn aandacht had. Tijdens de les liet ik hem regelmatig weten dat ik hem zag, zonder iets tegen hem te zeggen. Maar we hadden contact, hij bleef rustig op zijn plek. Toen ik de klas overdroeg aan mijn collega om met onze gast in gesprek te gaan, liet ik de boze jongen weten dat ik terug zou komen om met hem in gesprek te gaan. Dat gesprek hebben we gehad. Hij kon me uiteindelijk precies vertellen wat hem dwars zat en wat hij nodig had om weer verder te kunnen gaan.
Maar eerst had ik nog een gesprek gehad met mijn gast. Ze prees me voor hoe ik met de klas omging na dit incident. De veiligheid die ze voelde toen we dit onderwerp af hadden gesloten. Niemand die er nog over sprak, ondanks dat een van de jongens nog ontzettend boos achter in de klas zat. Hoe ze bijna ontroerd raakte toen ze zag hoe ik de boze jongen benaderde, hoe ik als het ware een warme deken over hem heen legde, hem vanuit alle rust benaderde, contact zocht en hem liet weten dat ik hem zag gedurende de hele les, maar ook mijn verwachtingen naar hem duidelijk maakte. Ze noemde me een pedagoog in elke vezel van mijn lichaam. Het raakte me enorm toen ik deze woorden kreeg. ‘Zie je nou wel. Je doet dit gewoon’, dacht ik bij mezelf. En de rest gaat me ook lukken.
Betty Meeuwesen
Wat prachtig Betty! Jij ziet deze kinderen echt en dat is zò belangrijk. Samen (en soms alleen als het lastig voor hem is) zoeken naar de oorzaken. Dat betekent zoveel. In mijn ogen dè goede eigenschappen van een juf voor iedere doelgroep. Sjapoo!
Jij maakt het verschil voor kinderen…wat een prachtige bijdrage aan hun emotionele ontwikkeling… blij dat ik af en toe als gast mag komen genieten.