Ik ben dit schooljaar begonnen met een enthousiaste, leuke, maar ook bewerkelijke groep. Er zitten een aantal kinderen in die zorgen voor een pittige groepsdynamiek. Eén van die kinderen is Saar. Ik heb haar vorig schooljaar al leren kennen toen ik regelmatig inviel in groep 3. Of nee, ik ken haar eigenlijk al sinds ze bij de kleuters zat. Haar grotere zus Pien zat bij mij in groep 3. Als Saar me toendertijd in de kleutergang zag, riep ze me en zei: “Jij bent de juf van Pien!” Vanaf het begin vond ik Saar een leuk, spontaan kind.
Tijdens het invallen vorig schooljaar en tijdens mijn surveillances buiten merkte ik dat Saar naast haar vrolijke gedrag ook regelmatig erg “moeilijk” kon doen: negatieve aandacht vragen door bijvoorbeeld naar de bel niet naar binnen te komen. Wanneer je haar riep ontzettend langzaam de gang naar binnen maken. Op onverwachte momenten draaide haar stemming om en er was dan niks meer mee te beginnen.
Nu Saar bij mij in de groep zit, heb ik dit gedrag al regelmatig gezien. Aan de ene kant is Saar behulpzaam en doet alles voor mij en de groep. Op veel momenten is ze betrokken en laat zien dat ze wil en kan leren. Kortom een spontane, leuke, leergierige meid. Echter op onverwachte momenten draait ze als een blad aan een boom om en wil niks meer: ze maakt vervelende geluiden naar haar maatje naast haar, doet niet meer mee met de les, gaat in een onmogelijke houding op haar stoel zitten, verstoort de les bewust, etc. Ze bedenkt steeds weer nieuwe dingen om negatieve aandacht te krijgen.
Bij alle kinderen, maar zeker bij Saar, is het van cruciaal belang dat ik een goede relatie met haar opbouw. Daar heb ik de afgelopen weken al flink in geïnvesteerd. Aan de ene kant geef geef ik haar ruimte en ook verantwoordelijkheid voor bepaalde dingen, ik ga regelmatig met haar in gesprek, geef haar complimenten en extra aandacht. Ze is bijvoorbeeld degene die verantwoordelijk is voor de kar met chromebooks en neemt die taak erg serieus. Wanneer ze aangeeft dat ze een spellingregel al kent die ik ga aanbieden, mag zij ‘de juf’ zijn die hem aanleert aan de groep. Aan de andere kant geef ik ook duidelijk mijn grenzen aan. Daar reageert ze over het algemeen goed op. Een teken voor mij dat ze ook die grenzen hard nodig heeft.
Toen ik afgelopen week dacht dat ik al best wat met haar had bereikt, overkwam me iets waardoor ik even in een intern gevoelsconflict terecht kwam. Voordat ik je vertel wat er gebeurde, moet ik eerst even laten weten dat een paar dagen eerder iets was voorgevallen waarbij de grens was bereikt. Nadat een kind voor de zoveelste keer op zijn tafel had getekend, heb ik hem met de directeur laten praten. Ik had vooraf aangegeven dat dat ging gebeuren met degene die, na herhaaldelijk het gesprek aangaan hierover, nog niet begreep dat dat niet kon. Het feit dat deze jongen samen met mij naar naar de directeur moest had indruk gemaakt op de groep (zo dacht ik). Maar….blijkbaar niet genoeg op Saar. Want wat schetste mijn verbazing. In een onbewaakt moment had Saar een groot hart op haar tafel getekend met een pijl erdoor en erboven geschreven: “de juf”. Help! Saar, wat doe je me aan?! Wat moet ik hiermee? Aan de ene kant zend je me een liefdesverklaring: een bevestiging van wat ik al lang voel: je weet wat je aan me hebt en dat vind je fijn. Aan de andere kant ga je over mijn grens. Want ik ben duidelijk geweest: schrijven en tekenen op tafels kan echt niet! Mijn hoofd draait even op volle toeren en ik besluit te zeggen wat ik denk en voel. Want eerlijkheid staat bij mij voorop, dat weten de kinderen ook. Ik zeg:”Saar, wat doe je nu?!” Ik wijs naar de tekening. “Ik word eigenlijk blij van wat ik zie, want er staat dat je me lief vindt……..Maar je weet dat je dit op deze manier niet mag doen. Je weet wat ik heb afgesproken over kinderen die toch op tafels blijven schrijven. Die gaan het uitleggen bij juffrouw Caren of juffrouw Lieke.” Ik neem haar mee naar de onderdirecteur, juffrouw Lieke. Ik vraag haar of ze Saar duidelijk wil maken dat je echt niet op tafels mag schrijven. Dan ga ik terug naar de klas.
Kort daarna is de school uit. Saar staat weer in de klas bij het aanrecht. Ik vermoed dat ze de opdracht heeft gekregen om de tafel te poetsen. Ik vraag haar wat ze heeft afgesproken met juf Lieke. Saar kijkt me strak aan en zegt niets. Intussen zijn Lieke en ook de moeder van Saar in de gang aan het wachten. Moeder vraagt zich natuurlijk af waar Saar blijft. Saar en ik komen naar de gang. Lieke vraagt aan Saar of ze wil doen/zeggen wat ze afgesproken hebben. Saar blikt of bloost niet, ik zie geen emotie. Het blijft stil. Ik zeg: ”Dan zal ik maar tegen mama zeggen wat er is gebeurd, want die snapt er natuurlijk helemaal niets van.” Wanneer ik het verteld heb, vraag ik moeder om even mee in de klas te gaan kijken. Saar blijft stokstijf op de gang staan. Wanneer moeder en ik nog even hebben gesproken in de klas, komen we weer de gang op. Saar valt dan huilend in de armen van moeder en ze zegt iets wat Lieke en ik niet kunnen horen. Moeder zegt: “Dus jij hebt het niet gedaan?! Wie dan?…..dus jij was naar het toilet……zeg dan wie het gedaan heeft…….want nu krijg je de schuld van iets dat je niet gedaan hebt.” Moeder blijft nog even aandringen, maar Saar zegt niks. Mijn onderbuikgevoel zegt dat Saar niet eerlijk is, maar zeker weten doe ik dat niet. Ik laat mijn verbazing horen:: “Naar het toilet? Jij bent tijdens de voorleeswedstrijd niet naar het toilet geweest.” Dit wist ik namelijk zeker. Nu kijkt moeder Saar weer vragend aan. Ze dringt nogmaals aan op de waarheid, maar die blijft op dat moment uit. Ik zeg :”Ik merk dat we er nu niet uitkomen, we gaan het er morgen met de hele klas over hebben. We laten je tekening op de tafel staan. Dan gaan we er morgen voor zorgen dat we erachter komen wie het heeft gedaan. Want het kan niet zo zijn dat een ander iets bij jou doet en dat jij ervoor gestraft wordt en naar juf Lieke moet.” Vervolgens gaan Saar en moeder naar huis. Lieke en ik uiten naar elkaar dat we allebei sterk de overtuiging hebben dat Saar het wel degelijk heeft gedaan. Maar we mogen haar niet blijven beschuldigen als we het niet zeker weten.
Na ongeveer een uur komt Lieke mijn klas in. (Ik heb net een telefonisch oudergesprek achter de rug.) In die tijd heeft de moeder van Saar gebeld. Saar heeft thuis toegegeven dat ze wél op haar tafel getekend heeft. Van moeder moet ze aan juf Lieke en juf Kim haar verontschuldiging aanbieden voor het liegen. Dat gaat erg moeizaam. Moeder zet haar na veel aandringen op speaker en dan komt er een heel zachtjes “sorry, ik zal het niet meer doen”. Ik praat nog even met Saar. Ik zeg haar dat ik niet boos ben. Dat ik het heel fijn vind dat ze me belt. Want dat ik een rotgevoel had nadat ze op school weggegaan is. En dat ik bijna zeker wist dat zij ook geen fijne middag zou hebben. Ik vertel haar dat ik eerlijkheid het allerbelangrijkste vind. En dat er ooit dingen kunnen gebeuren waar je spijt van hebt. Dat het dan goed is als je dat zegt. Ik geef aan dat het wat mij betreft “zand erover” is en leg uit wat ik daarmee bedoel. Dat we morgen weer gewoon een fijne dag gaan hebben.
En zo gebeurt het ook. De volgende dag komt Saar nog even onwennig binnen. Als ze merkt dat ik haar gewoon zoals anders goedemorgen zeg, ontspant ze. Ik hoop dat ze voelt dat ik haar, ondanks dit voorval heel leuk vind. En ik ben ervan overtuigd dat we dit jaar prima een weg kunnen vinden samen. Want haar liefdesverklaring blijft toch het belangrijkste stukje voor mij.
Kim Vlemmings
Waarom heb ik het verhaal geschreven:
Dit meisje is een bijzonder meisje. Ik weet al vanaf het begin van het schooljaar dat ik veel energie zal moeten steken in haar vertrouwen winnen. Ze vertoont heel wisselend gedrag van aantrekken en afstoten. Ik wil haar begrijpen en er voor haar zijn. Met de liefdesverklaring die ze deed door op haar tafel te tekenen en schrijven, gaf ze voor mij in 1 actie aan wat ze al het hele schooljaar doet. Aan de ene kant: ik vind je lief en aan de andere kant hoe ver kan ik gaan en vind je mij dan nog steeds lief? Toen ik het hart op haar tafel zag, werd ik oprecht geraakt. Maar tegelijkertijd wist ik dat ik nu consequent moest zijn. Ze wist dat haar uiting van liefde op deze manier niet kon. Dat vond ik gevoelsmatig heel moeilijk.