En ineens zat ik er middenin…

Op 2 maart 2020 startte ik met een nieuwe baan. Opnieuw als directiesecretaresse, maar nu op een middelbare school. Ik ging werken voor de rector en drie andere directieleden. Na bijna twintig jaar terug het onderwijs in als OOP’er. Had ik voorheen gewerkt als directiesecretaresse op een administratiekantoor voor basisscholen in de Kempen, nu zat ik ook ècht binnen het schoolgebouw met zo’n 2100 leerlingen die dagelijks de gangen bevolkten en die reuring gaven in de school. Ik had er zin in!

En toen kwam Corona… na twee weken inwerktijd ging de school dicht. De geluiden op de gangen verdwenen. Er werkten nog een handjevol directeuren en teamleiders en de docenten stapten in een rap tempo over op online onderwijs. Het grootste deel slaagde daar verrassend genoeg erg goed in, een ander deel had wat meer oefening nodig. Vast stond dat iedereen zijn of haar uiterste best deed er iets van te maken voor de leerlingen, ook al liepen er thuis nog een paar kinderen rond die opgevangen moesten worden of die zelf thuisonderwijs kregen. Partners die ook ineens thuis werkten en zich stil moesten houden als er een Teams meeting was met de klas. Het was een rare en abrupte omwenteling. Ook voor mij veranderde er ineens veel. Met de rector en mijn leidinggevende was afgestemd dat ik twee dagen in de week op locatie zou werken. Dit was prettig voor de post die verwerkt moest worden en voor het afstemmen van urgente zaken. Mijn overige drie ochtenden werkte ik thuis. De twee dagen op locatie kon ik gelukkig gebruik maken van noodopvang voor onze beide kinderen die op de basisschool zitten. Mijn man werkt in de logistiek en dat draaide gewoon door, ikzelf werkte nu in een cruciaal beroep dus de mogelijkheid was er. Die combi bleek voor ons een gouden greep om de eerste schoolsluiting goed door te komen. We bleven in een soort van ritme iedere week. De drie ochtenden waren pittig, maar niet ondoenlijk. Terwijl ik mijn mail wegwerkte beantwoordde ik tussendoor vragen van de kinderen die thuisonderwijs kregen dat in de loop van de tijd ook steeds meer online met de juf plaatsvond. Ik liet ze de ochtenden werken en de middagen ontspannen. Dit werkte voor ons prima en volgens mij viel de ‘achterstand’ daardoor ook nog best mee.

Op 8 juni gingen de basisscholen weer open, er kwam wat meer ‘lucht’ voor zowel docenten bij mij op school als voor mezelf. Het ‘normale’ werken kwam weer in beeld. Maar wist ik eigenlijk wel wat dat normale werken was? Ik realiseerde me dat ik het eigenlijk nog niet ervaren had. We waren tot dan toe in een constante staat van crisis geweest. Het ging prima met de werkzaamheden en het voelde ook goed, maar tijd om kennis te maken met collega’s had ik nog nauwelijks gehad. Ook het schoolgebouw was me nog best vreemd. Met 4 geschakelde gebouwen was het een hele toer om ieder lokaal en iedere ruimte afzonderlijk te leren kennen. Het werd soms een flinke zoektocht door het gebouw, waarbij de postronde nog de grootste uitdaging bleek. Al die namen zonder gezichten die ik eigenlijk allang veel beter had kunnen kennen. Gelukkig werd dat wat makkelijker toen we richting de zomervakantie gingen. De centrale examens gingen niet door en hoewel er wel veel vergaderd werd over de afronding van het jaar, invulling van diploma uitreikingen en het inhalen van achterstanden viel die logistieke ballast weg waardoor ik redelijk relaxed de zomervakantie in ging.

Na de zomer zijn we gestart vol goede moed. Er was maar één streven, de school open houden. Daarnaast alles zoveel mogelijk normaal door laten draaien, weliswaar met mondkapjes op een gegeven moment, maar we slaagden daar eigenlijk uitstekend in. Totdat op 14 december het onheilspellende en eigenlijk onverwachte bericht kwam dat alle scholen weer dicht gingen vanaf woensdag 16 december. De molen begon opnieuw te draaien, nu nog gesmeerder dan voorheen. Als ik dit schrijf zitten we middenin de kerstvakantie of eigenlijk de lockdown dus hoe het vanaf 4 januari zal gaan daar heb ik nog niet zo’n zicht op. Of toch wel? Eigenlijk wel ja, want ik weet dat al mijn collega’s en ook die van alle andere scholen en onderwijsorganisaties in het land, er opnieuw de schouders onder zullen zetten. Zij zullen dit tot een succes te maken om de leerlingen en studenten op zowel PO, VO, speciaal- en VAVO onderwijs èn in het hoger onderwijs zo goed mogelijk te faciliteren in de mogelijkheden kennis te vergaren. Wat zij er zelf mee doen is aan hen, maar wij zijn er hoe dan ook klaar voor. We hebben geleerd van onze fouten in het voorjaar en ons goed voorbereid.

Ikzelf voel me inmiddels steeds meer thuis in de organisatie, begin zelfs heel veel namen al erg goed te kennen en kan er vaak de gezichten ook bijhalen. Het was een taaie les soms, maar met het juiste doorzettingsvermogen kun je veel bereiken. Dat geldt voor leerlingen, docenten, directieleden, maar ook voor OOP’ers die pas of al wat langer in het onderwijs werken. Mijn respect voor de onderwijssector was al groot. Als MR-, GMR-lid en lid van de oudervereniging in regulier- en speciaal basisonderwijs kreeg ik er al heel wat van mee. Het is nu echter alleen maar gegroeid; wat een lerend vermogen in de organisatie, wat een collegialiteit onderling en wat een kracht gaat er van ons allemaal uit! Ik hoop er nog lang deel van uit te mogen maken. Dank jullie wel collega’s.

Christi Korbee

Directiesecretaresse Beatrix College

Tilburg

1 gedachte over “En ineens zat ik er middenin…”

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.