In de oudergesprekken die we met de leerkracht voerden viel het woord hoogbegaafd nooit. Wij, ouders, voelden direct aan dat we bij deze leerkracht niet met dat woord aan hoefden te komen. Helaas was dit ook de leerkracht die ons kind een stempel zou geven voor de middelbare school. Bij de intern begeleider lag het verslag van het intelligentie-onderzoek waaruit bleek dat de intelligentie van ons kind zich binnen het hoogbegaafdengebied bevindt. Het verklaarde een hoop, de somatische klachten bijvoorbeeld, al was het in eerste instantie ook voor ons moeilijk te geloven. Een kind dat weinig nieuwsgierigheid naar de wereld toont op school en dat om de haverklap slechte toetsscores haalt blijkt hoogbegaafd. Yeah right. Onze zoon vertrouwde de uitslag zelf ook niet.
We deelden de bevindingen van het onderzoek niet met onze familie of vrienden. Omdat ‘hoogbegaafd’ een woord is dat bepaalde beelden oproept. Het stereotiepe beeld van het hoogbegaafde kind dat een groep overslaat, boeken verslindt en alles beter weet is hardnekkig. Net als het vooroordeel over ouders die zeggen dat hun kind hoogbegaafd is. We zochten wel contact met school. We verwachtten geen oplossing, we hoopten op samenwerking. Hoe konden we onze zoon weer ‘aan’ krijgen en zijn zelfvertrouwen een zetje geven? Er was een plusklas op school. Kinderen leerden daar bijvoorbeeld om hun angst te overwinnen, iets nieuws aan te gaan en fouten te maken. Maar de kinderen die een plekje kregen in die klas waren de kinderen die lastig gedrag vertoonden op school, overduidelijk uit verveling, en de kinderen die de hoogste scores haalden op de Cito-toetsen.
Ik heb in het speciaal onderwijs gewerkt, dertig punten aan de andere kant van het gemiddelde IQ. Het wantrouwen richting instituten van ouders en hoe zij afhaakten begreep ik nooit. Tot nu. Wat geeft het een rotgevoel en wat is het een klus als je kind niet door het gemiddelde hoepeltje van het onderwijssysteem en de maatschappij springt. Als je wordt beoordeeld op je buitenkant, de toetsuitslagen en behaalde diploma’s. Hoe je afhankelijk bent van de bereidheid en extra kennis van je juf of meester ondanks dat je zorgvuldig voor een school en type onderwijs gekozen hebt. Je hebt geluk of dikke pech. De blik van de leerkracht is bepalend, de eerste indruk overheerst en is weinig flexibel. En als ouder sta je met 10-0 achter, ook al weet je inmiddels meer over hoogbegaafdheid dan de leerkracht zelf. Jarenlang heb ik me strijdbaar gevoeld, steeds weer het contact gezocht en proberen bruggen te bouwen en te laten zien. Maar vandaag kwam ik voor het eerst met een leeg gevoel thuis na een gesprek. Moe van al het uitreiken. Haast onverschillig (net als ons kind). Het maakte me ook verdrietig. Met een groot hart voor het onderwijs stapte ik ooit groep 1 binnen met onze kinderen. Vol verwachtingen en met zin in de samenwerking en om een bijdrage te leveren aan school. Dat is verdwenen en heeft plaats gemaakt voor er zo snel mogelijk vanaf willen zijn met zo min mogelijk contact. Ik had nooit verwacht dat mijn blik zo zou veranderen en dat mijn vertrouwen zou verdwijnen. Ik heb het onderwijs altijd als belangrijke ontmoetingsplek gezien, een plek die we moeten koesteren en die hard nodig is in de huidige maatschappij, met gelijke kansen voor alle kinderen. Voor het eerst voelt dat naïef.
Femke Blom