Wild slaat hij met zijn armen en benen om zich heen. Alles wat binnen zijn handbereik ligt verdwijnt op de grond. De woorden die uit zijn mond komen zijn niet mals. Ik doe een stap naar voren en zie zijn blik verharden. Hij komt op mij afgestampt met het stoom uit zijn oren. Ineens stopt zijn beweging en gaat hij een stapje terug. Door deze plotselinge verandering besluit ik ook afstand te nemen en ga rustig in de klas op mijn stoel zitten. Ondertussen is een collega op het geluid afgekomen en knik ik dat het onder controle is.
Om eerlijk te zijn weet ik dit niet zeker maar het voelt beter om het zo te doen. De klas is immers leeg en ik word gehoord door collega’s.
Ik zie namelijk geen agressieve jongen, ik zie een jongen die heel boos is. Boos omdat zijn legowerk waar hij ijverig en vol overgave aan werkt niet doet wat het moet doen. Ondanks zijn geconcentreerde manier van werken is er toch een kleine vergissing in geslopen waardoor de zuigers niet doen we wat ze moeten doen. En dan als klap op de vuurpijl komt de taxi ook nog een uur later dan dat de afspraak is.
Ik zie een jongen die zich overspoelt voelt door emoties. De boosheid beschermt zijn verdriet, een diep verdriet. En dat diepe verdriet maakt hem kwetsbaar en hij heeft geleerd omdat voor zichzelf te houden. Het is zijn overlevingsmechanisme. Hij is al zo vaak gewisseld van gezin dat de sporen diep zijn in zijn ziel. Keer op keer een afwijzing voelen en bij iedere afwijzing werd zijn muurtje hoger. En dat nu de stoppen doorslaan, logisch!
Vanuit mijn positie benoem ik wat ik zie en laat ik hem weten dat ik het heel stom voor hem vindt. Ik laat hem horen dat ik heb gezien hoe hard hij werkt aan zijn Lego. En dat hij dat zo zorgvuldig doet. Ook laat ik hem weten dat het niet oké is dat de taxi zomaar veel later komt en dat we een uur wachten en als de taxi er dan niet is, ik hem naar huis breng. Ik vertel hem dat het niks met hem te maken heeft, maar dat het door het slechte weer heel druk op de weg is. Langzaam aan worden zijn woeste bewegingen en scheldtirades minder. Hij begint wat spullen op te ruimen.
Ik zie de tranen in zijn ogen staan en loop rustig naar hem toe. Ik vraag of hij een knuffel wil, hier schudt hij heftig zijn hoofd van links naar rechts. Maar ik mag hem wel een aai over zijn bol geven. Samen rapen we de rest op. We kruipen over de grond van het lokaal. Hij komt steeds dichterbij gekropen en rolt zich als een egeltje op. Ik wrijf hem over zijn rug en laat hem horen en voelen dat ik hem zie en dat ik er voor hem ben.
Geraakt door alles wat zich deze middag afspeelde, breng ik hem even later naar de taxi. De weg die deze jongen aflegt is behoorlijk hobbelig. Ik mag een tijdje met hem meelopen en zal ook deze ervaringen in zijn rugzakje stoppen!
Carla Willems
Geweldig mooi!!
Al een hele grote, mooie, lieve stap gezet door jou maar nog een lange weg te gaan. Succes!!
Wat een prachtig verhaal. Kippenvel!