Voor mijn onderwijsmoment van 2022 denk ik terug aan vrijdag 23 december 15.00. Met mijn hoofd al bij de kerstboodschappen en een beetje teleurgesteld omdat het me niet gelukt is mijn laptop voor 14.00 af te sluiten hoor ik mijn telefoon overgaan. Ik word gebeld door een Fontys-collega die reageert op een mail die ik een dag eerder verstuurde waarin ik schreef:
“Ik merk dat ik me steeds vaker “toetsboer” voel… ik krijg te weinig energie van deze korte vluchtige contacten met studenten.., het voelt als “lopende band werk”.., dit kan niet de bedoeling zijn!” Waar ik me bij het schrijven van de mail nog wat bezwaard en ongemakkelijk voelde, ik ben niet gewend mijn “grenzen” aan te geven en te benoemen dat ik me ongemakkelijk voel en frustraties aan het verzamelen ben, kijk ik na het gesprek toch wat milder naar de boodschap die ik via deze mail wilde delen. Ken je die parabel van de gekookte kikker? Zo voelde ik me.., alles in me roept hier wil ik niet zijn.., spring zo ver je kan…, ga weg uit de omgeving die niet meer bij je past! En aan de andere kant voel ik me betrokken bij een opleiding die het verschil wil maken voor onderwijsprofessionals en af willen stemmen op educational needs van lerenden op alle niveaus.
Hoe kan ik in deze situatie een verschil maken? Ik voel de twijfel tussen vluchten, vechten.., of is er een andere vorm om mijn persoonlijke en professionele grenzen te bewaken en tegelijkertijd bij te dragen aan een veranderende organisatie en “toetscultuur”. Sinds vorig studiejaar werken we via portfolio-leren met feedback als vliegwiel en motor voor ontwikkeling. Een ontwikkeling die past bij mijn visie op ontwikkeling en leren. Een ontwikkeling die bij kan dragen aan een leeromgeving waar ruimte is voor verschillen en studenten aanmoedigt met trots hun leeropbrengsten te kunnen delen en interactie aan kunnen gaan over leervragen en leeruitdagingen. Portfolio-leren vraagt lef. Lef van de lerende die nieuwsgierig en kwetsbaar “het- niet-weten” deelt en onderzoekt. Lef van docenten die een nieuwe leeromgeving faciliteren en inrichten waarbij ruimte is om te groeien en die groei samen zichtbaar te maken en te versterken.
Waar gaat het dan mis? Wat maakt dat een ontwikkeling die zoveel kansen biedt voor mij beklemmend gaat werken en haast zijn doel voorbij schiet? Mijn hoofd wil beredeneren, mijn handen willen in actie komen en mijn (onderwijs)hart laat me voelen dat er iets niet klopt… In gesprek met mijn collega, met zicht op de lichtpuntjes in de kerstboom, komt die ene zin weer terug; “Toetsboer, dat kan zeker niet de bedoeling zijn”. Mag het een onsje meer tijd krijgen? Meer tijd voor “het echte contact”… Hoe zorgen we ervoor dat er in het (leer)proces tijd is voor ontmoeting, in plaats van korte vluchtige momenten van waarderen. Is het de docent die weet en laat weten wat goed (genoeg) is en wat niet?
Ik wil meer zijn dan een docent die beoordeelt of het product in het portfolio van de student voldoet aan de norm (de leeruitkomst), ik wil een bijdrage leveren aan een leeromgeving die faciliteert, aanmoedigt, verbindt en motiveert. Wanneer je onderwijs wilt regisseren in procedures, afgebakend in eenheden van tijd en er steeds minder ruimte overblijft voor professionele ontmoeting gaat het in
mijn beleving wringen.
“Laten we inderdaad meer tijd maken om in dialoog te gaan over de bedoeling” zegt mijn collega door de telefoon. De bedoeling van portfolio-leren en de bedoeling van toetsmomenten binnen de opleiding van onderwijsprofessionals. Is het toetsmoment het doel geworden, een mijlpaal om de het vinkje te halen. Of is “het toetsmoment” de mijlpaal in een leerproces om samen te vieren hoe ver je gekomen bent, welke leeruitdagingen je overwonnen hebt en welke vervolgstappen je (samen met anderen) wilt gaan zetten. Je begrijpt dat laatste heeft mijn voorkeur… En wat betekent dat voor de rol, kennis en facilitering van de docent/examinator? Welk perspectief en positie kies je samen met de lerende als je op deze manier een bijdrage wilt leveren aan ontwikkelprocessen?
In de voorgaande onderwijsmomenten die ik beschreef lijkt er een terugkerend mantra op papier te komen: “Laten we meer oog hebben voor de mens in de professional en het kind in de leerling” Het is voor mijn zo vanzelfsprekend om me op de ander te richten, dat ik mezelf en mijn rol en bijdrage daarin wel eens vergeet. Mijn onderwijsmoment van 2022 brengt me dichter bij mezelf, mijn drijfveren, mijn rol als hogeschooldocent en de grenzen die ik daarbij tegenkom. Samen “nog-niet-weten” en via gedeelde passie en drijfveren oog hebben voor elkaar in een veilige en stimulerende werk- en leeromgeving. Daarmee wordt 2023 voor mij het jaar om mijn passie en grenzen te blijven bewaken en onderzoeken via verbindende communicatie.
Wordt vervolgd! Emilie Groot-Ketelaars