“Alsjeblief Bas, wil je met jouw baas gaan praten? Ik wil echt geen online school meer.” Ik hoor aan de stem van Nassredine dat hij bijna in huilen uitbarst. Hij is inmiddels nummer zoveel van mijn coachklas die zich zorgen maakt. Vlak daarvoor had ik Barra aan de telefoon, die boos was. En Heba was ook al overstuur, net als Abeer. De gemeenschappelijke boodschap van mijn groep inburgeraars is dat ze echt geen online onderwijs meer willen, omdat veel stages zijn gestopt door de lockdown, en fysiek onderwijs één van de weinige mogelijkheden is om nog pro-actief de Nederlandse taal te oefenen in een echte situatie. Zoals jullie merken, denken de mensen uit mijn coachklas dat een docent iemand met veel invloed is. Zelfs op het noodlottige moment dat een regering besluit dat het mbo fysiek onderwijs moet stoppen.
Ik zou zo graag willen dat onze politici een keer meeliepen met mijn groep inburgeraars. Allereerst om te zien hoe gemotiveerd deze klas is. Een grote club Syriërs, een handvol Eritreeërs en een Chinees. Hier naartoe gekomen vol plannen, ambitie en ondernemingszin. De oorlog en gevaarlijke situaties om politieke of andere redenen ontvlucht. Bij de les burgerschap stemden ze vrijwel zonder uitzondering op Mark Rutte bij onze gesimuleerde verkiezingen, omdat je van hem wel alles mag zeggen wat je denkt. Heel wat anders dan “Bashar”. En bovendien is zijn partij de VVD de partij van de ondernemers, iets waar Syriërs over het algemeen ook groot voorstander van zijn, gedreven en ambitieus als ze zijn. Hugo de Jonge kan trouwens ook tevreden zijn, want de Eritreeërs stemden allemaal CDA. Voor orthodoxe christenen is het belangrijk om hun geloof vertegenwoordigd te zien in het beloofde land. Van de Chinees weet ik niet wat hij stemt, hij houdt dit voor zichzelf.
Vaccineren is in mijn coachklas ook geen probleem. Tot mijn grote tevredenheid bleek bijna de hele klas mee te kunnen op schoolreis naar Nordrein-Westfalen, waar 2G-beleid al de norm is. Kom daar maar eens om bij onze reguliere Entree-studenten, die vol wantrouwen jegens de regering zijn. Natuurlijk, na het toeslagenschandaal, bezuinigingen op de zorg, schuldhulptrajecten en andere ellende waarbij hun families bovengemiddeld zijn getroffen snap ik hun aversie richting overheid. En hun vatbaarheid, en die van hun ouders, voor complottheorieën over technologie, manipulatie en andere boosaardigheden van de “elite”. Logica speelt bij die theorieën niet per se een rol: waarom zou die overheid juist hun volgzame schapen laten injecteren met allerlei slechts, en in dat scenario juist met de dwarse wappies over willen blijven? In mijn coachklas leidde deze conclusie al tot veel hilariteit, maar goed: het merendeel van deze groep ontbeert weinig op het intellectuele vlak. Ze willen alleen maar die o zo belangrijke taal leren.
En toch. De klas is soms boos. En omdat ze over het algemeen behoorlijk gezagsgetrouw en gedreven zijn, mopperen ze maar op mij en op mijn collega’s. En op de school. Want die mensen staan het dichtst bij ze, en die kennen ze. Ze balen van de online situatie vorig jaar, die ze ontzettend belemmerd heeft in hun ontwikkeling. En dat is vervelend, zeker als je enorm gemotiveerd bent om iets van jouw opleiding te maken. Omdat jouw voortbestaan in een nieuw land van die opleiding afhangt. Daarnaast is het ook vervelend voor de mensen die minder gemotiveerd zijn en voor mij als hun docent of coach, omdat deze mensen in de online situatie uit zicht raken.
Het moge duidelijk zijn: ik maak me zorgen. Zorgen over de groep voor wie online onderwijs haast niet te doen lijkt. Of dat nu is door een onveilige thuissituatie, een taalachterstand, gebrek aan materiële middelen, een leer- of gedragsstoornis of een thuissituatie die leren anderszins onmogelijk maakt. Toevallig allemaal zaken die bovenmatig veel voorkomen bij de mensen van mijn doelgroep, het Entree-onderwijs. Toevallig las ik net een statistisch onderzoek van het CBS, waaruit bleek dat de corona-crisis achterstanden vergroot bij de mensen die zich toch al niet aan de top van de maatschappij bevinden, ook en misschien wel juist in het onderwijs.
De encyclopedie geeft als één van de betekenissen van het woord ‘offline’ het synoniem ‘buitenspel’. Voor onze bestuurders, van wie meer dan negentig procent hoogopgeleid is, is het behoorlijk vanzelfsprekend om online te communiceren. De VVD wil zelfs een groot deel van het hoger onderwijs online laten geven, natuurlijk weer onder het mom van een bezuiniging. En er schijnen zelfs al mbo-instellingen te zijn die erop voorsorteren om een groot deel van hun onderwijs ook na corona online plaats te laten vinden. Hetgeen ik op zijn zachts gezegd merkwaardig vind als het gaat om studenten die juist praktijkgericht moeten leren werken.
Om online te blijven op internet heb je op zijn minst een goede internetverbinding nodig, zo merkte ik al in de praktijk van het digitaal lesgeven. Zonder verbinding ben je namelijk nergens. Laten we in deze moeilijke tijd proberen om ook met elkaar in verbinding te blijven. En als het onze leerlingen niet of met moeite lukt om digitaal online te zijn in het onderwijs, laten we dan op zijn minst proberen op alle mogelijke andere manieren om verbinding met ze te houden. Want echt niemand wil offline oftewel buitenspel staan…
(Vanwege de privacy van mijn studenten heb ik ze andere namen gegeven)
Bas Mijland