“If you can’t love yourself, then how the hell you gonna love somebody else?” Met die gevleugelde woorden, of een soortgelijke yell waarin de grammatica licht veranderd is, sluit dragqueen en supermodel RuPaul zijn “dragrace” altijd af. RuPaul’s dragrace, het favoriete programma van mijn puberdochter, en één van de programma’s die ik het meest vervloek. Heus niet omdat ik, zoals mijn dochter me weleens verwijt, “homofoob” zou zijn. (Helaas is dat ook iets van deze tijd: kritiek wordt vaak als een aanval of discriminatie gezien.)
Maar wel omdat ik een hekel heb aan het hysterische, uitbundige en valse gedrag van de deelnemers aan deze show waarin gestreden wordt om de titel van beste drag superster. En omdat ik me plaatsvervangend schaam voor de slechte humor waarmee veel “queens” proberen comedy te bedrijven.
Toch vind ik het ergens ook een fantastisch programma. Omdat RuPaul veel betekend heeft voor de homogemeenschap, niet alleen in de Verenigde Staten maar ook in de rest van de wereld. Omdat er niet alleen op uiterlijk geselecteerd wordt, maar ook gekeken wordt naar persoonlijkheid, humor en vooral creativiteit. Maar het allerbelangrijkst: omdat er altijd afgesloten wordt met een belangrijke boodschap: je bent goed zoals je bent, en het is belangrijk om van jezelf te leren houden.
Hoe leer en doe je dat, van jezelf houden? Als meer mensen het zouden doen, zou de wereld er ongetwijfeld een stuk beter uitzien. Iemand die van zichzelf houdt, hoeft geen anderen te kwetsen om zelf beter naar voren te komen. Als deze boodschap bij meer mensen binnen zou komen, hadden we de toenemende polarisering in de maatschappij en vooral de (sociale) media buiten de deur kunnen houden.
In het bijbelboek Mattheüs komt Jezus met de volgende opdracht naar aanleiding van de tien geboden, in één van zijn eeuwige discussies met de Farizeeërs: “Heb uw naaste lief als uzelf.” Die opdracht heb ik nooit zo goed begrepen, omdat ik in het verleden nooit zo goed heb geleerd om voor mezelf te zorgen en van mezelf te houden. Van een ander houden ging me een stuk makkelijker af: zodra je de zorg voor een huisdier, een partner of een kind krijgt, hou je met heel je hart van diegene. Ik heb daar althans nooit moeite voor hoeven doen.
Vorig schooljaar ben ik aan een compleet nieuwe baan begonnen, en heb ik in anderhalf jaar tijd al meer geleerd dan in de tien voorgaande jaren. Onder andere over van jezelf houden, en vooral over goed voor jezelf zorgen. Ik ben namelijk begonnen als docent in het Entree-onderwijs. Onderwijs wat zich richt op jongeren zonder diploma van een vooropleiding, en wat bedoeld is om ze naar de arbeidsmarkt of een volgende opleiding toe te leiden.
Als docent met een achtergrond in de zorg zag ik vorig schooljaar al gauw dat die voor de studenten “waar iets mee is” onder de maat was. Mijn collega’s, soortgelijke bevlogen en betrokken types, hadden dezelfde mening. Dus zijn we gaan lobbyen om de contracten met de externe begeleiders op te zeggen.
Met succes: aan het begin dit jaar kregen twee collega’s en ikzelf de opdracht om dit werk over te gaan nemen. Omdat onze manager ervan overtuigd was dat we de kwaliteiten bezaten om de extra studentenzorg in te vullen. Deze uitkomst hadden we niet verwacht, maar een nieuwe uitdaging was geboren!
Al gauw liepen we met ons drieën tegen de grenzen van ons kunnen aan. Want waar ligt de verantwoording van een studentondersteuner, en waar ligt het punt dat de zorg uit handen moet worden gegeven? Of is er zelfs een punt waar deze zorg ophoudt?
Na een stevige intervisieronde was in elk geval snel duidelijk waar mijn uitdaging lag. In mijn grenzeloze enthousiasme en door mijn hoge verantwoordelijkheidsgevoel bleef ik maar voor studenten door het vuur gaan. En ook voor collega’s als dat nodig was. Daarbij de zorg voor mezelf en voor mijn overige werk uit het oog verliezend. Want: voor anderen zorgen was veel makkelijker.
Helaas zie je dit in het onderwijs nog bij veel collega’s en studenten: het hoge verantwoordelijkheidsgevoel voor de omgeving belemmert goed functioneren bij mensen zelf. Een verschijnsel wat je veel vaker tegenkomt bij mensen met functies in onderwijs of zorg. Wat je ook ziet: mensen nemen hun werk en de invloed daarvan op de omstandigheden veel te serieus. Daarbij, desgewenst, opgestookt door media en ruimschoots voorzien van onterechte schuldgevoelens.
Een lockdown? Dat leidt ongetwijfeld tot een onoverkomelijke leerachterstand en achterstand voor de rest van het leven bij “kwetsbare” leerlingen. Voor het gemak wordt daarbij maar even vergeten, dat maatschappelijke achterstanden een bewust uitvloeisel van ons systeem zijn, dat niet eenvoudigweg binnen het onderwijs op te lossen is. Zie ook de beweging van de laatste jaren waarin van docenten gevraagd wordt om opvoeding en bewustwording van jongeren op hun conto te schuiven, daar waar maatschappij en gezin het laten liggen.
Daarom wil ik deze blog besluiten met wederom een citaat van de even onvermijdelijke als wijze RuPaul: “That is the key to navigating this life: don’t take it too seriously. That’s when the party begins.” Of zoals mijn lichtend voorbeeld Wim T. Schippers zijn levensmotto samenvat: “Er met de pet naar gooien. Maar dan raak.”
Bas Mijland
Petje af Bas, jouw hart zit echt wel op de juiste plek. Vooral zo doorgaan.
Ik merk dat je het gevonden hebt, wat je in al die voorgaande jaren misschien wel langzaamaan kwijt geraakt bent.
Zoals K.Richards het zo mooi zei : Iedereen heeft het over rock maar vergeet de roll.
Jij hebt ze beiden !!!!
Mooi geschreven Bas