Het borrelt, begint te bruisen en dan gaat het spetteren, soms knetteren. Nee, het is geen goed georganiseerd waterfestijn op het plein in de zomerperiode. Ook geen overheerlijk goedgevulde BBQ met collega’s. Ik ben op weg. Samen met de collega’s ben ik op weg naar … Ja waarheen eigenlijk. Die stip op de horizon is nog niet zo helder. Het is de koers van de stichting. Koers22. Maar dan? Waarheen leidt deze weg?
Koers22 is een richting die het huidige onderwijs tegen het licht houdt en bekijkt wat wij denken dat leerlingen van onze school nog meer nodig hebben straks als zij de maatschappij in gaan. Daarbij blijft – naar mijn bescheiden mening – kennis op een basisschool centraal staan. Evenals instructie aan alle leerlingen. Toch moet er niet alleen gestampt worden. Laten we kinderen niet zien als een blanco papiertje waarop we van alles kunnen schrijven. Of beter gezegd, een geformatteerde iPad of tablet waarin de apps nog moeten worden gedownload en waarin leerlingen hun werk kunnen opslaan. Maar wat dan wel?
Allereerst leren we leerlingen met de kennis die ze hebben verwonderen. Kijk eens om je heen (mooie titel van een lied van Hanna Lam). Wat is er in de wereld te zien? Hoe mooi, hoe bijzonder is het om ons heen, samen met anderen? Leren ontdekken.
Naast kennis gaat het nu ook om vaardigheden, waarbij leerlingen niet alleen leren samenwerken, presenteren en op een podium staan. Zij gaan zich ook leren afvragen waarom dingen zijn zoals ze zijn. Leren onderzoeken. Naast het onderzoeken, zullen er ook vragen tevoorschijn komen, waarop we (alle mensen in de wereld) nog geen antwoord hebben. Neem bijvoorbeeld de plastic soep in de oceanen, maar nu vooral de opwarming van de aarde. Door onderzoek (n.a.v. data) is geconstateerd dat dit problemen oplevert. Hoe kunnen we dat aanpakken. Het is mooi om leerlingen al mee te nemen in onderzoek en het oplossen van problemen. Leren ontwerpen.
Deze drie dingen zijn een weg die we leerlingen willen leren, maar we ook zelf nog mee stoeien. Onze taak als leerkracht is immers lesgeven en kennis overdragen. Natuurlijk lieten we leerlingen genieten, samenwerken (cooperatievewerkvormen), presenteren (boekbeurt), in aanraking komen met concreet materiaal en proefjes doen. Dit gaat nog een stapje verder. Leerlingen stimuleren om na te denken, zich zaken af te vragen waarom, ze laten nadenken over een bepaald probleem en zich vastbijten in zo’n probleem.
Dit alles begint natuurlijk bij de leerkracht die hiervoor faciliteert, ruimte geeft, loslaat en zaken laat gebeuren. Maar wat bied ik de leerlingen? En dat is nu precies wat er gebeurt op school. Het bruis, spettert, maar het knettert ook. Hoe dan? Waar moet ik beginnen? Wat geef ik ze wel en wat niet? Met allerlei voorbeelden zijn we op weg. Met het delen van ervaringen laten we lessen zien aan elkaar. Met zoeken op internet bekijken we inspirerende lessen. Het borrelt in onze hoofden. Begint het al te bruisen?
Die struggle, deze weg met hoge en lagere hobbels, verrassende zijwegen, geopende bruggen en af en toe donkere doodlopende weg zijn we (het team op onze school) ingeslagen. We gaan de goede kant op. Het proces is in werking. Ons eigen onderzoek naar ontdekkend, onderzoekend en ontwerpend leren is gestart. De koers is nog niet helemaal uitgestippeld, maar begint vormen aan te nemen, waar we ons aan vast kunnen houden. Dat willen de collega’s graag, houvast. Een prachtige visie om met elkaar die weg te berijden. Een richting. Een koers. Koers22. We hebben dus nog even de tijd en onze leerlingen ook. We zetten onze reis voort, in 2019, 2020, 2021 en 2022.
Hanneke de Frel
Schoolleider