Donderdagochtend 20 september wandel ik zoals elke dag in een kwartiertje naar school. Een laatste zomerse dag dient zich stralend aan. Ik neem een kop koffie, praat even met enkele leerkrachten en ga kort na half negen naar groep 1-2 van juffrouw Jeanne. Ik kom voor een flitsbezoek, zoals wij dat noemen. Jeanne voert een kringgesprek over een ruzie tussen twee kinderen. Zelf zit ik ook in de kring, op een stoeltje dat leeg was.
Rond kwart voor negen gaat mijn mobiel. Sandra, mijn collega van bestuur, die belt me niet elke dag. Ik ga de klas uit en neem op. Zonder inleiding vraagt ze: ‘Peter missen jullie kinderen, want er is een ernstig ongeval gebeurd’. Samen met twee collega’s controleer ik de groepen. Binnen enkele minuten weten we dat we in vijf groepen een kind missen zonder afmelding. De schrik slaat toe: het zal toch niet……
Ik bel Sandra terug. Slechts minuten later komt de politie met de fatale boodschap: er is een ernstig ongeluk gebeurd bij Station Oss-West. Met vijf leerlingen van onze school en een leidster van kinderdagverblijf Okido. In een flits besef ik dat ik net op één van die lege stoeltjes zat.
Wat daarna gebeurt, is onwezenlijk. We gaan in de organisatie stand. Leerkrachten worden geïnformeerd, ouders gebeld, 400 kinderen opgehaald. Met een collega ga ik naar de opvangplek, om er te zijn voor de ouders die nog maar net het meest droevige nieuws over hun kinderen hoorden. Een paar uur later informeren we de ouders van onze school in sportzaal Ussenstelt. En we besluiten: morgen is de school open, om ouders en kinderen op te vangen en samen het verdriet te delen. De impact van het ongeluk is enorm en intens. Het team werkt de klok rond. Ieder draagt zijn steentje bij om er voor de kinderen en de ouders te zijn.
Het weekend gebruiken we om een herdenkingsplek in te richten. Voor ieder kind een eigen plekje in de aula. Op maandagochtend is het er vol verdrietige ouders. De dagen erna wordt hier getekend, gekleurd, gehuild en geschreven. Afscheidsbomen en manden vol kleurige vlinders en lieve briefjes: ‘Ik mis je’, ‘Veel sterkte voor jullie’, ‘Ik wilde zo graag dat je op mijn kinderfeestje kwam’.
In vier klassen blijven stoeltjes voor altijd leeg. De tafeltjes liggen er vol knuffels en kaarten; gymschoentjes en laatste regenboogtekeningen blijven achter. Kindervriendschappen die plotseling eindigen. Leerkrachten die er voor de kinderen willen zijn, maar ook met hun eigen verdriet worstelen. Gemis en verdriet zijn in de hele school voelbaar. Ik heb de kracht van ons team gevoeld om dit samen te kunnen dragen. Dat was niet gelukt zonder de geweldige professionele begeleiding vanaf dag één. Wat ons ook steunt, is het overstelpende aantal reacties uit Oss en de rest van Nederland. Zo veel mensen leven mee en dat doet goed.
We overleggen zoveel als kan met de ouders van de vijf kinderen. We gaan bij hen op bezoek, meerdere keren. Na enkele dagen kan ik onze leerling van groep 8 en haar ouders in het ziekenhuis bezoeken. Bij elk gezin voelt het goed er te mogen zijn, verdriet met hen te delen. Het is fijn dat de familierechercheurs alle tijd nemen om naar de kinderen van groep 8 te komen. Zij hebben talloze vragen over hun klasgenoot in het ziekenhuis en zijn zichtbaar opgelucht door iets meer duidelijkheid.
Dan komen er drie afscheidsdiensten. Daar bereiden we de kinderen in de groepen op voor. Met de leerkrachten zijn we er bij als zij afscheid nemen van hun klasgenootjes. Droevig en ontroerend tegelijk.
Na vandaag proberen we als school de draad van alledag weer op te pakken. Wetend dat het vanaf nu altijd anders zal zijn. De Korenaer heeft in de 41 jaar van zijn bestaan nooit een kind verloren. Nu vier tegelijk!
Lieve kinderen. We gaan jullie ongelooflijk missen!
Peter Janssen
Directeur Bs De Korenaer in Oss
Pingback: Van Niets Iets maken: waar leraarschap | Onderwijskoppen