We wisten het al vlak na haar geboorte; ze had wat eigenaardige trekjes, was passief en wilde maar niet gaan staan en lopen. Ik weet nog goed hoe we onszelf vaak voelden. Machteloos en verdrietig. Wat deden wij niet goed als ouders? Later begrepen we dat het een proces is en we het eigenlijk helemaal niet zo slecht deden en hadden gedaan. Intuïtief voelden we wat het beste was voor haar. Daar ben je immers ouders voor en dat is hoe het blijkbaar ook allemaal bedoeld is. Diverse therapieën wisselden elkaar af en steeds kwam ze een stapje verder, maar het ging langzaam, heel langzaam.
Ze was drieënhalf toen er toch echt nagedacht moest gaan worden over een schoolkeuze. Met de fysiotherapeut bespraken we onze zorg; zou ze het gaan redden in het reguliere onderwijs? We besloten uiteindelijk van wel, aangezien er nog steeds groei in zat.
We vonden een school die ons perfect leek. Het was een school die een directeur had die veel van zorgkinderen af wist, die bovendien een Plus- en Parelklas had en heel overzichtelijk was. Voorafgaand aan de inschrijving vulde ik het uitgebreide aanmeldformulier in en we konden van start.
Ze kwam in een groep terecht met een zeer ervaren juf en een juf die voorheen aan de ZMLK leerlingen van de Parel lesgaf. Ze zagen wat ze nodig had, gaven haar in combinatie met de ergotherapie die ze volgde, het zelfvertrouwen dat ze nodig had. Het eerste anderhalf jaar was ronduit fijn te noemen.
Vlak voor de herfstvakantie in groep 2 werd echter duidelijk dat ze behoorlijk achterbleef bij de andere kinderen. Het leerproces kwam meer in beeld en de juffen besloten haar wat extra individuele ondersteuning te geven. Veel budget was er niet natuurlijk dus werd dit opgelost met stagiaires en de IB’er die haar twee keer per week onder hun hoede namen.
Tijdens het oudergesprek in februari werd duidelijk dat men graag wilde weten waar ze exact stond en werd verzocht om onderzoek. Voor het eerst voelden we dat dit een heel andere kant in kon gaan…
De onderzoeken liepen in april en mei dat jaar en in juni zaten we aan tafel voor de uitslagen. Alles werd heel duidelijk toegelicht en voor ons was het veelal geen verrassing. De diagnose was een Autisme Spectrum stoornis aangeduid als ‘ernstig’ en een Coördinatie ontwikkelingsstoornis (motorisch) en het advies werd Speciaal Onderwijs en daar was men heel stellig in. Vele gesprekken op de reguliere school volgden. Men wilde het advies niet zonder slag of stoot over nemen. Begrijpelijk, want een kind ‘verliezen’ aan het SO is in de tegenwoordige tijd een kostbaar plaatje. Wij zelf wilden ons een eerlijk beeld gaan vormen. We gingen kijken bij de school voor SO en zagen waar we op hoopten. Soortgelijke kinderen die onderwijs op maat kregen. In hun eigen tempo en zonder klasgenootjes die hen uitlachten of hun werk afkeurden. Kleine groepjes in de klas, mogelijkheden voor therapieën onder schooltijd en zelfs zwemonderwijs. Voor ons was het duidelijk; dit was waar ons meisje naartoe moest…
Het werd een strijd, een strijd die wij niet wilden en ook de school zeker niet. Maar ja, €12.000,- per jaar is veel geld. De verhoudingen kwamen op scherp te staan, alles werd door beide partijen onder een vergrootglas gelegd en zorgvuldig afgewogen. Het had niets meer met de ondersteuning van ons kind of goed onderwijs te maken. Het ergste in dit verhaal vind ik nog dat je als ouders zo weinig inbreng hebt. Je moet zelf al hoger onderwijs genoten hebben, wil je niet compleet uit het veld geslagen zijn tijdens zo’n gesprek. We hebben boosheid, verdriet en enorme frustratie gevoeld. En net, voordat we van redelijke naar onredelijke ouders begonnen te ‘transformeren’ kwam er een akkoord. Het zorgarrangement zou worden ingediend en onze dochter mocht haar mogelijkheden elders gaan beproeven.
Ondertussen hebben we vaak gedacht hoe onze minister van Onderwijs met zo’n situatie om zou zijn gegaan als het haar zoon of dochter betrof. Zou ze Passend Onderwijs dan wel écht passend laten maken? Het blijven leuke plannen die verzonnen worden in Den Haag, maar in werkelijkheid lijkt het soms alsof het Ministerie geen flauw benul heeft…
Christi schreef deze persoonlijke blog over het proces rondom de aankomende verwijzing van haar dochter naar het speciaal onderwijs.
Voor degenen die het willen weten; de TLV is inmiddels afgegeven en onze dochter kan na de herfstvakantie starten op haar nieuwe scholen. We hopen dat ze daar cognitief, sociaal-emotioneel en motorisch gezien op een voor haar beter passende plaats zit. Daar gaan we voor!
Wat fijn Christi!
Dat is het zeker Jory! En ik kan nu, na twee weken SO, al zeggen dat het de beste keuze is die we ooit gemaakt hebben. Een veel relaxter kind dat niet op haar tenen behoeft te lopen. Minder frustratie heeft jegens alles en iedereen als ze thuiskomt en gewoon veel beter in haar vel zit. Dat is waar het ons om te doen was.
Inderdaad heeft men op het Ministerie van Onderwijs geen flauw benul. Er zijn tal van voorbeelden, ook in het voortgezet (speciaal) onderwijs. Lees het bericht van Marieke (op Facebook geschreven) maar:
Delen mag!
Beste meneer Dekker,
Vlak voordat u op vakantie gaat, willen wij u graag iets vertellen. We hopen dat u daar nog even de tijd voor wilt nemen. Het gaat om onze zoon Pepijn. Hij is gezakt voor zijn VWO-examen. Dat is geen feestje waard. En al helemaal geen mooie bos bloemen van u, zoals die jongen die Cum Laude is geslaagd. Dat is pas een prestatie. Wellicht denkt u dat onze zoon dan maar wat meer zijn best had moeten doen. En misschien vraagt u zich ook af waarom wij u nu pas schrijven.
Dat komt omdat wij een paar dagen geleden pas de examenuitslag hebben gehoord. Onze zoon zit namelijk op het voortgezet speciaal onderwijs. Hij is autistisch en heeft daarnaast een chronische ziekte waardoor hij niet aan het regulier onderwijs kan deelnemen. De afgelopen zes jaar heeft hij heel hard gewerkt om mooie cijfers te halen. Tijdens zijn schoolloopbaan heeft hij meerdere malen in het ziekenhuis gelegen vanwege operaties en ziekte. Regelmatig kon hij niet naar school omdat hij te ziek was. Maar altijd was er de wil om het VWO te halen. Niet omdat dat van anderen moest, maar omdat hij dat zelf wilde.
Omdat hij op het speciaal onderwijs zit, moet hij staatsexamen doen. Weet u wat dat is? Anders leggen wij het u graag even uit. Staatsexamen is bedoeld voor mensen die niet aan het reguliere onderwijs kunnen deelnemen of die er zelf voor kiezen een deelcertificaat te halen voor een specifiek vak. U zult misschien denken dat er verschil zit tussen mensen die zelf ervoor kiezen om zich in te schrijven voor een staatsexamen of kinderen die dit via het speciaal onderwijs doen. Dat zou logisch zijn toch? Maar het vreemde is, dat dezelfde regels voor het staatsexamen ook voor kinderen op het speciaal onderwijs gelden. Deze kinderen krijgen zes jaar lang onderwijs van goede docenten, net als kinderen die op een reguliere school zitten. Ze maken toetsen, overhoringen, tentamens en krijgen een paar keer per jaar een rapport. Maar dan breekt het examen aan en worden alle behaalde cijfers in de prullenbak gegooid. Hun examencijfer bestaat dan uit het centraal schriftelijk examen en het college-examen. Dat college-examen wordt mondeling afgenomen. Voor de talen komt daar dan ook nog een schrijfopdracht bij. Begrijpt u het nog een beetje? Want het zit best ingewikkeld in elkaar.
De kinderen die examen doen op een reguliere school halen het hele jaar door cijfers voor toetsen, tentamens en overhoringen. Het gemiddelde van dat cijfer telt voor 50% mee voor het eindcijfer. Dan maken ze in mei het centraal schriftelijk examen, wat ook voor 50% meetelt. Eind mei zijn deze kinderen klaar en kunnen ze wachten op de uitslag. Als ze geslaagd zijn, is het feest en gaat de vlag uit. Kinderen met een extra mooi resultaat worden getrakteerd op een bezoekje van u, komen in de krant of mogen aanschuiven bij RTL Late Night om te vertellen hoe knap ze zijn. Als ze niet geslaagd zijn, mogen ze in juni nog een herkansing doen zodat ze hopelijk nog het feest van de diploma-uitreiking mee kunnen vieren.
De kinderen die staatsexamen doen op het speciaal onderwijs, zoals onze zoon, moeten ná hun schriftelijke examens weer terug naar school. Ze volgen nog tot begin juli alle lessen omdat ze de mondelinge examens moeten oefenen en voorbereiden. In juli zijn dan de mondelinge examens voor alle vakken. Onze zoon zit op het VWO en heeft in drie dagen tijd negen mondelinge examens gehad. De mondelinge examens duren 40 minuten per vak, alleen de vreemde talen en het profielwerkstuk duren 25 minuten. Schrikt u daar een beetje van? Dat snappen wij best. Het is ook behoorlijk veel. Zeker voor kinderen in het speciaal onderwijs, voor wie de dingen doorgaans toch net wat gecompliceerder zijn.
De docenten op het speciaal onderwijs mogen zelf niet de examens afnemen. Misschien bent u bang dat ze dat niet goed kunnen? Of was dat niet bekend bij u? Onbekende examinatoren komen op school om in tweetallen de mondelinge examens af te nemen. Voor onze autistische zoon is dat best lastig. Hij vindt het moeilijk om zijn gedachten onder woorden te brengen en dat wordt er niet eenvoudiger op als hij tegenover twee onbekenden zit. De school probeert deze examinatoren van te voren in te lichten over de leerlingen en de speciale zorg die ze nodig hebben. Maar u zult vast begrijpen dat lang niet alle examinatoren hier aandacht voor hebben.
In de tweede week van juli heeft onze zoon de uitslag gekregen. Helaas heeft hij het niet gehaald. De druk van tien schriftelijke en negen mondelinge examens in anderhalve maand tijd is te groot gebleken. Misschien kunt u die laatste zin even teruglezen zodat het wat beter tot u doordringt. Onze zoon, die door zijn autisme en chronische ziekte aangewezen is op het speciaal onderwijs, heeft twee keer zoveel examens moeten maken dan gezonde kinderen op het regulier onderwijs. Dat is toch best een beetje gek, vindt u niet? Misschien kunt u het ons uitleggen, want wij snappen het niet zo goed.
We hopen dat u tijdens uw welverdiende vakantie, waarin u kunt bijkomen van al uw prachtige plannen om het onderwijs in Nederland nog beter te maken, deze brief wilt lezen. En als u dan terug komt van vakantie, misschien kunt u dan eens nadenken over de regels van het staatsexamen op het speciaal onderwijs. Op de website van uw ministerie schrijft u dat het onderwijs in Nederland het goed doet en dat we wereldkampioen zijn in het ervoor zorgen dat onze kwetsbare leerlingen niet door het ijs zakken. Wij denken dat het systeem rondom de staatsexamens op het speciaal onderwijs niet past bij een ‘wereldkampioen’. Natuurlijk kunt u altijd contact met ons opnemen om met u mee te denken hoe het dan beter kan.
Tot slot zouden wij u nog een tip willen geven. De bloemen, taart en aandacht voor kinderen die met allemaal achten, negens en tienen hun diploma halen zijn natuurlijk leuk. Maar de kinderen die er extra hard voor moeten knokken doordat zij vanwege hun beperkingen niet kunnen deelnemen aan het regulier onderwijs verdienen misschien de volgende keer een beetje aandacht van u. Dat zou mooi zijn toch?
Met vriendelijke groet,
Jan en Marieke Hulsbergen
Een prachtige weerspiegeling inderdaad van hoe de dingen vaak werkelijk gaan. Er valt nog veel te verbeteren aan ons onderwijs; zoveel is wel duidelijk.